Greenworks geeft aannemer inzicht en keuzegemak

7 mei 2024

Bron: Cobouw - Duurzaamheid editie 2024 - Circulair en biobased bouwen is anno 2024 de norm. Maar hoe weet je als aannemer welke materialen daadwerkelijk gemaakt zijn van grondstoffen van het land en herbruikbaar zijn? Het antwoord: Greenworks, het duurzaamheidslabel voor bouw- en installatiematerialen. “Ons label geeft de aannemer inzicht en keuzegemak’’, zegt Gerhard Hospers, manager ESG/ Greenworks bij BMN Groep.

Greenworks is onderdeel van BMN Groep, met 140 vestigingen, 2700 medewerkers en 74.000 klanten de grootste bouwmaterialenhandel in Nederland. Het label heeft een missie: de referentie
in duurzaam bouwen te zijn en te blijven. Het label helpt bouwers – van zzp’er tot de grootste bouwbedrijven van het land - materialen te kiezen die daadwerkelijk duurzaam zijn. Het gaat om materialen die bovendien een positief effect hebben op het comfort en de beleving van de eindgebruiker. En om de juiste keuzes te maken, is het Greenworkslabel in 2011 in het leven geroepen, in afstemming met GPR Gebouw, BREEAM-NL en het ministerie van binnenlandse zaken. “Het was de periode dat iedereen zei: iets is duurzaam als het lang meegaat, zonder dat echt gekeken werd hoe het product werd gemaakt. Punt’’, blikt Hospers terug. Tegenwoordig wordt gekeken naar de gehele levenscyclus, van winning grondstoffen tot en met herbruikbaarheid van producten.
Labels, certificaten en keurmerken Van dakelement, gevelbekleding, gipskartonplaat tot isolatiematerialen en ventilatiesystemen: elk Greenworks-product – op dit moment gaat het om ruim 15.000 artikelen – beschikt over een productinformatieblad. Op dat blad staat kort weergegeven welke duurzame kenmerken dat product heeft. Het gaat om informatie over grondstoffen, de productie, toepassing en de verpakking. Daarnaast vermeldt het infoblad aan welke labels, certificaten en keurmerken het product voldoet. De producten worden verrijkt met Greenworks-kenmerken. Deze zijn
afgeleid van de levenscyclusanalyse, zodat je in een oogopslag ziet hoe het product scoort op elf milieukenmerken en vijf comfortkenmerken. Ook wordt de milieukostenindicator (MKI) vermeld. BMN wil dat eind 2025 de helft van het assortiment over een Greenworkslabel beschikt. Hospers ziet steeds meer uitdagingen en regels waaraan een aannemer moet voldoen, zowel op nationaal als Europees niveau. “Daar komt bij dat steeds meer opdrachtgevers van bouwprojecten – zoals een gemeente of woningcorporatie – ook echt nut en noodzaak inzien van biobased en circulair bouwen. Al is lang niet altijd helder hebben wat ze precies bedoelen met een circulair of biobased gebouw.’’ Veel aannemers die willen meedoen aan een selectie voor een bouwproject, zitten door de veranderende wet- en regelgeving, strengere aanbestedingsprocedures en ambities met de handen in het haar. Hospers: “Ze kloppen bij ons aan voor projectadvies: of wij ze kunnen helpen aan de juiste producten die in een tender worden gevraagd.’’

Biobased Bouwen

Greenworks ziet een stijgende belangstelling voor biobased bouwmaterialen, maar de afname blijft nog achter. “Het heeft vaak met kosten te maken, maar ook met kennis. Als puntje bij paaltje komt, kiest een opdrachtgever in veel gevallen nog niet voor de aannemer die het meest duurzame voorstel neerlegt: er wordt nog te veel geselecteerd op basis van prijs. Biobased is nu nog vaak duurder in aanschaf en verwerking.’’ Maar het kan niet anders of de vraag naar biobased bouwmaterialen zal komende tijd fors groeien, niet in de laatste plaats door de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. Hospers: “Daar verwacht ik veel van. De ambitie is om in 2030 minstens 30 procent van de nieuwbouwwoningen met minimaal 30 procent biobased materialen te realiseren.”

Hospers noemt als voorbeeld een project in Rotterdam. Het ging om een tender voor vervangende
nieuwbouw van 270 appartementen. “In de uitvraag stond een aantal eisen op het gebied van het gebruik van biobased en circulaire materialen, daarnaast moest de energieprestatie op orde zijn en moest er sprake zijn van ketensamenwerking. Een aannemer heeft ons gevraagd te helpen, in de hoop dat hij die tender kon winnen. Er was toch wat onduidelijkheid.’’ Op basis van het ontwerp van de architect zijn Greenworks- producten aan de artist’s impression toegevoegd, inclusief een summiere beschrijving. Zo werd toegelicht waarom voor een baksteen van zeven in plaats van tien centimeter gekozen, of waarom werd gekozen voor biobased isolatie in plaats van minerale wol. Iedereen begreep de toelichting, omdat die kort en bondig en – waar mogelijk – visueel was. Voor dit project gaf Greenworks ook advies over een afvalloze bouwplaats en hoe de aannemer de producten met zo min mogelijk CO2-uitstoot op de bouwplaats zou kunnen krijgen. Met succes: de aannemer heeft de klus in Rotterdam gekregen. Kennisoverdracht is dus erg belangrijk, benadrukt Hospers. Daarom is ook de Greenworks Academy in het leven geroepen, waar bouwprofessionals trainingen op dit vlak kunnen volgen.