Checklist voor goed hout aan de gevel
Hout is helemaal terug als bekleding van (top)gevels. Er zijn de laatste jaren nieuwe houtproducten op de markt gekomen met tien jaar garantie en een onderhoudsinterval van tien jaar. Maar dan moet je wel een goed product kiezen én het op de juiste manier verwerken. Deze checklist helpt je daarbij.
Ga voor kwaliteit
Een goed eindresultaat begint met het juiste product. Traditionele houtsoorten zoals Western Red Cedar, Padoek en het geacetyleerde Accoya zijn mooi en duurzaam, maar er hangt ook een prijskaartje aan. Een goed alternatief is thermisch gemodificeerd hout. Dit wordt niet voor niets steeds meer gebruikt als gevelbekleding, met of zonder verfsysteem. De kwaliteit is hoog, en de prijs hangt af van houtsoort, land van herkomst en foutvrij oppervlak. Zogenaamd geseald hout is ook een prima optie. Dat is hout met een lange levensduur, omdat er een optimaal verfsysteem is aangebracht, waarbij de eerste laag vacuüm wordt getrokken.
Niet geschikt voor gevels
Wat je beter niet kunt gebruiken voor een woninggevel, is chemisch geïmpregneerd hout. Door hogere eisen weliswaar minder giftig dan vroeger, maar daarmee is de kwaliteit ook gedaald. Het populaire Douglas kun je ook beter links laten liggen. Na het aanbrengen droogt deze houtsoort, waardoor het gaat scheuren, noesten loskomen en de brede delen gaan schotelen. Oftewel, een goedkope houtsoort waar je prima een tuinschuurtje mee kunt bouwen, maar ongeschikt voor een hoogwaardige woninggevel.
Egaal vergrijzen
Een houtproduct zonder verfsysteem in de gevel gaat vergrijzen. Dat kan er heel mooi uitzien, maar dan moet het wel egaal gebeuren. Door lekdorpels, dakoverstekken, én het grillige klimaat in Nederland, is het een behoorlijke uitdaging om het gelijkmatig te krijgen. Met een ‘voorvergrijzer’ kun je dit oplossen. Hierbij wordt het hout al voor montage voorzien van een grijze transparante laag, zodat de gehele gevel egaal grijs is vanaf het moment van monteren.
Verfsysteem met eindlaag
Bij gevelproducten met een verfsysteem is het een must om direct na montage een eindlaag in het werk aan te brengen. Dit staat ook in veel montagevoorschriften. Eventuele beschadigingen werk je gelijk weg en het verfsysteem krijgt de juiste einddikte, belangrijk met het oog op garantie en levensduur. Vergeet hierbij vooral de kopse kanten niet.
Ventilatie
Met stip op nummer één bij uitvoeringsfouten van houten gevelbekleding: geen of te weinig ventilatie achter het hout. Door gebrek aan ventilatie kan er vocht in het hout komen en worden stoffen uit het hout onttrokken. Dit zorgt op korte termijn voor vlekvorming op het oppervlak, en op de lange termijn neemt de levensduur flink af. Om te ventileren moet er van beneden naar boven doorlopende ruimte zijn, met voldoende openingen aan weerskanten, of het nou horizontaal of verticaal is aangebracht. Extra aandachtspuntje bij verticale gevelbekleding is om de kopse bovenkant van de delen zo af te schuinen, dat water naar buiten afloopt en niet de constructie in.
Duurzaam achterhout
Niemand zit te wachten op houtrot. Niet in de laatste plaats omdat gevelbekleding kan loskomen door houtrot in de achterconstructie. Dit voorkom je door verduurzaamd hout te gebruiken als achterhout van gevelbekleding.
Werking van hout
Omdat je bij houtproducten altijd met enige werking te maken hebt, is het belangrijk om ruimte te houden bij de stuiknaden. Dit geldt voor zowel de onderlinge aansluiting tussen de delen, als voor aansluitingen op metselwerk en andere bouwdelen.
Bevestigingsmiddelen
Misschien wat voor de hand liggend, maar hou altijd het aantal bevestigingsmiddelen aan dat in de montagevoorschriften staat. Zo voorkom je dat bevestigingen de werking in het hout beperken. Verder horen bevestigingsmiddelen met de koppen óp het hout en niet erin. En om lelijke aftekening op de gevelbekleding te voorkomen gebruik je rvs-bevestigingsmiddelen.
Hou het maaiveld vrij
De duurzaamheid van je gevel wordt verder nog bepaald door de afstand vanaf het maaiveld. De meeste houtsoorten gaan beduidend minder lang mee wanneer er contact is met de bodem. Hou een houten gevelbekleding vrij van het maaiveld, minimaal 200 millimeter, maar nog liever 300 mm. Dan voorkom je dat het onderste deel van je gevelbekleding nat blijft en weet je zeker dat er voldoende ruimte aan de onderzijde vrij is voor de ventilatie van de gevel. Je kan kiezen voor een gemetselde muur, of voor een geïsoleerde kantplank om het eerste stuk boven maaiveld mee af te werken.

